De zzp’er wordt vaak gezien als het zorgenkindje van de arbeidsmarkt. Maar is dat wel terecht? Uit onderzoek van TNO en CBS blijkt juist het tegendeel.
Ze hebben geen pensioen en als ze ziek zijn hebben ze geen vangnet. En dan worden ze ook nog eens gezien als profiteurs, die -dankzij de Zelfstandigenaftrek- belastingvoordeel opstrijken.
Toch is er geen enkele reden toe de Nederlandse zzp’er te zien als zorgenkindje. Zelfstandigen blijken namelijk veel minder vaak burn-outklachten te hebben dan werknemers in loondienst, zo bleek uit onderzoek van CBS en TNO.
Zzp’ers klagen dan ook minder over werkdruk. Ze vinden bijvoorbeeld minder vaak dan werknemers dat ze te snel of extra hard moeten werken. En dat terwijl ze gemiddeld 36 uur per week werken; werknemers in loondienst draaien wekelijks 30 uur.
De Nederlandse zelfstandige heeft er ook geen probleem mee om langer doorwerken. Hij wil vier jaar later met pensioen dan de gemiddelde loondienstwerker. Die wil stoppen op zijn 63ste, de zzp’er pas met 67 jaar.
Zzp’ers zijn behalve minder vaak gestresst ook nog eens meer bevlogen. Driekwart geeft aan helemaal op te gaan in het werk, ten opzicht van zestig procent van de werknemers. Leiderschapsdeskundige Roald Pool zei op BNR dan ook dat leidinggevenden steeds meer inzien dat meer zzp’ers leidt tot betere prestaties in het team. “Of ze proberen een soort zzp-light te creëren op de afdeling, waarbij iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen prestaties.”